Opdracht 4 Wat verandert er in de puberteit? 

De lichamen van jongens en meisjes veranderen als ze ouder worden.

Dat gebeurt vooral in de puberteit.

Dat is meestal tussen je tiende en zestiende jaar.

De veranderingen die je lichaam ondergaat leveren de secundaire geslachtskenmerken op.

Je hebt een groeispurt: je groeit opeens erg snel.


Meisjes worden ongesteld.

Jongens krijgen zaadlozingen.

Samen kunnen zij nu kinderen krijgen.


In de puberteit krijg je meer zweetklieren.

Daardoor zweet je meer.

Je zweet gaat ook sterker ruiken.

Je krijgt ook meer talgklieren.

In de puberteit wordt de talg dikker.

De afvoerbuisjes kunnen verstopt raken.

Je kunt dan puistjes krijgen.


In de puberteit verander je ook geestelijk.

Je gaat anders denken en je gedrag verandert.

Je wordt zelfstandiger en denkt over meer dingen na.

Je mening wordt duidelijker.

Je gaat zoeken en uitproberen.

Wat je wilt, kunt en durft.


 

Jongens in de puberteit


 

Meisjes in de puberteit


 

Maak de vragen